Now or Never #3
Het Gemeentemuseum Den Haag houdt graag de goede traditie in stand om eens in de twee jaar aandacht te besteden aan kunstenaars die net afgestudeerd zijn aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag. Directeur Benno Tempel selecteerde dit jaar twaalf talenten die in 2014 of 2015 zijn afgestudeerd. Samen presenteren zij hun uiteenlopende en verrassende werk in Now or Never #3 in GEM.
Mickey Yang (1988)
Killamangiro, 2015
De titel van het afstudeerproject van Mickey Yang is een woordspeling op ‘Kilimanjaro’, een van de grootste vulkanen van Tanzania. Het werk komt voort uit Yangs fascinatie voor het uiterlijk en de bewegingen van gesmolten lava. Het organische materiaal is verleidelijk, maar levensbedreigend. Yang laat deze tegenstrijdigheid tot uiting komen in verscheidene tastbare en ontastbare structuren die zij op speelse wijze ordent in de expositieruimte. Met behulp van een soms technisch complex maakproces tracht zij bestaande persoonlijke betekenissen te ondermijnen en het werk te openen voor nieuwe interpretaties van het publiek.
Martin Gabriel (1991)
CGW, 2015
In zijn werk verkent Martin Gabriel de grenzen van de ruimte waarin wij leven. Wat is onze leefomgeving en waar ligt de grens ervan? Dagelijks creëren wij onze eigen realiteit, ingegeven door onze denkbeelden, ideeën en regels. Dit proces vindt plaats in een door mensen vormgegeven wereld van infrastructuur, gebouwen en gecultiveerde natuur. Gabriel onderscheidt echter nog een werkelijkheid die bestaat buiten de grenzen van ons menselijk bewustzijn: ‘The Native Reality’. Een wereld die wij kennen als het onderbewuste, instincten of meer concreet, de kosmos. In zijn schilderijen en ingrepen in de ruimte tracht Gabriel deze niet-tastbare realiteit op zo’n manier te vangen dat de beschouwer het bestaan ervan kan voelen, maar niet kan bevatten.
Vincent Both (1991)
Zonder titel, 2015
Vincent Both maakt tekeningen en schilderijen op papier die vaak intensief zijn bewerkt. Hij ziet het ontstaan van een werk als een ‘emanatieproces’ (het latent aanwezige naar buiten laten vloeien), waarin een intuïtieve innerlijke zoektocht in kleuren, lijnen en vormen tot rust komt op het papier. De werken, vertrouwd maar tegelijkertijd vreemd en wonderlijk, ontsnappen aan een duidelijke definitie.
Juuke Schoorl (1989)
Rek, 2014
Met haar esthetische beelden daagt Juuke Schoorl ons uit om op een andere manier te kijken naar als vanzelfsprekend lijkende dingen. In de fotoserie Rek verkent zij de esthetische mogelijkheden van de menselijke huid. Door het manipuleren van de huid met goedkope materialen als nylondraad en plakband, laat ze zien dat dit wonderlijke weefsel meer is dan een beschermende hoes van onze organen. De film Liquid Skin gaat in op de vloeibare en sensuele grens tussen de fysieke wereld van het menselijk lichaam en de digitale wereld.
Elise Sothys (1989)
number eight, 2015
In krachtige statements deconstrueert Elise Sothys begrippen als macht, zonde, schoonheid en het sublieme. Haar lichtinstallaties, films, werk op papier en sculpturen komen voort uit een innerlijke urgentie die verweven is met de verlossing van de eigen geest.
Jordan Herregraven (1990)
Guilt-Trip for our Little Peanut, 2015
De sculpturen, schilderijen en installaties van Jordan Herregraven belichamen zijn zoektocht naar het wezen van de mens. In zijn proces bevrijdt Jordan zijn beelden van oude symboliek en laadt hij ze met nieuwe betekenissen. Ze bewegen zich tussen de grenzen van leven en dood, verbeelding en werkelijkheid, verstand en instinct.
Mirthe Klück (1991)
Reality, 2014 - De energy tussen een botje en een bliksemschicht, 2014 - Welkomstboodschap, 2014 “Mirthe Klück vraagt zich af wat de werkelijkheid van deze wereld is. Alsof ze met een thermometer het realiteitsgehalte van de dag meet. Als ze op de fiets door een laan met bomen rijdt, vraagt ze zich bijvoorbeeld af: wat als ik hier nu niet fiets? Op zo’n moment probeert ze een gedachte uit, ze draait als het ware dag en nacht even om.”¹
Haar praktijk als kunstenaar vormt een doorgaand onderzoek naar materiaal en perceptie. Door met haar schilderijen een ruimte te scheppen die sterk verwant is aan computergames, vraagt ze zich af: waar ligt de grens tussen werkelijkheid en fantasie, formalisme en sentiment?
1: (Uit: Hanne Hagenaars, ‘Het idee dat ik David Bowie ben die naar de sauna gaat’ 2015, www.mistermotley.nl)
Lynne Brouwer (1992)
Designs for discomfort, 2014-2015
Waar niemand wil zijn, weinigen komen en waar velen de moeilijkste momenten uit hun leven ervaren. Hoe richt je zo’n ruimte in? In Designs for discomfort onderzoekt fotografe Lynne Brouwer de menselijke neiging om door middel van design emoties te controleren. Abstracte begrippen als zorg, straf, recht, resocialisatie en rouw, en onze hedendaagse interpretatie hiervan, lijken onmogelijk te kaderen. Toch hebben zij alle een fysieke verschijningsvorm in onze maatschappij: een adres, locatie, een interieur. Haar catalogus omvat 98 foto’s gemaakt in crematoria, uitvaartcentra, gevangenissen, psychiatrische instellingen, verslavingsklinieken, politiebureaus en rechtbanken. De veelal kleurrijke ruimtes roepen vragen op als ’wat betekent goede smaak’ en ‘is dit een kwestie van esthetiek of ethiek’?
Esther Hovers (1991)
False Positives, 2015
Een persoon die lang staat te wachten, een groep die plotseling uiteenvalt, een vrouw die precies stopt op de hoek van de straat, een man die sprint door een langzaam bewegende menigte; het zijn allemaal vormen van gedrag die in de openbare ruimte geclassificeerd worden als afwijkend. Maar wat is eigenlijk normaal gedrag? In het kader van openbare veiligheid hangen in de meeste Europese steden intelligente surveillancesystemen die deze classificaties gebruiken om afwijkend gedrag in de openbare ruimte te signaleren. Voor het oog van de camera is zodoende iedereen verdacht en elke persoon een potentiële dader. Garandeert deze vorm van observatie onze veiligheid?
Bjorn Barendse (1991)
De cultuur, het geld en de mensen (2013-2015)
Volgens Bjorn is het wonderlijke bestaan slechts weggelegd voor degenen die om zichzelf kunnen lachen. Hoewel zijn werken los van elkaar tot stand komen, functioneren ze samen als één groot werk. Zijn installaties kunnen op esthetisch, kunsthistorisch en maatschappelijk/politiek niveau worden benaderd en nodigen de toeschouwer uit om vrij te associëren. Waarom zou je niet aan zijn werk ruiken of erbij dansen? Bjorn beschouwt De cultuur, het geld en de mensen vooral als een product van zijn tijd op de academie en de ruimte waarin het zich bevindt.
Rixt de Boer (1992)
Fân, 2014-2015
In Fân, observeert Rixt de Boer de relatie tussen object en collectief geheugen. Centraal staat de hooiberg en zijn prominente rol in het Transsylvaanse landschap. Hoewel de technieken van het hooien wereldwijd onderhevig zijn aan veranderingen, is de hooistapel een eeuwenoude stabiele factor op het Roemeense platteland. Het is de spil van het agrarische leven. De video’s benadrukken verschillende duale verbanden, zoals de relatie tussen object en landschap, mens en natuur en tussen geschiedenis en gebruiken.
Olya Oleinic (1991)
Universal Guide to Everything, 2014
Maandenlang verzamelde Olya Oleinic de meest gegooglede ‘How to […]?-zoektermen’. Voor elk daarvan stelde zij een uniek beeld samen, met bijbehorende instructies. Het resultaat is een beeldcollectie die een eindeloze bron van informatie representeert en ons leven lijkt te willen verbeteren. In werkelijkheid overstelpen de beelden ons met overbodige kennis en stellen ze de maakbaarheid van onze levens op de proef. Hoe verlies ik gewicht? Hoe verzorg je orchideeën? Hoe moet je handlezen? Het devies: wacht niet langer. Er is geen ruimte voor twijfels. Verwezenlijk je dromen. Doe dingen die je nooit gedacht had te doen.