Vordemberge Gildewart Award 2020
Friedrich Vordemberge-Gildewart (1899 - 1962) is een van de eerste kunstenaars die een uitsluitend abstract oeuvre heeft opgebouwd. Zijn vernieuwingsdrift is verwant aan de kunstenaars van De Stijl, bij wie hij zich in 1925 aansluit. Hij is ook naamgever van een Europese stimuleringsprijs voor kunstenaars onder de 35 jaar. De tien genomineerden hebben in Nederland of België een opleiding aan een kunstacademie of hogere kunstopleiding genoten: Salim Bayri, Deborah Bowmann, Bob Eikelboom, Ricardo van Eyk, Eva Giolo, Nadia Guerroui, Sharon Van Overmeiren, Emma van der Put, Dan Walwin en Charlott Weise. Op zaterdag 22 februari is de winnaar bekendgemaakt: Nadia Guerroui. Vanwege de hoge kwaliteit van alle deelnemers heeft de jury besloten om ook een aanmoedigingsprijs uit te reiken aan Eva Giolo. Een groepstentoonstelling met werken van de winnaar en alle genomineerden is tot en met 5 april te zien in GEM, museum voor actuele kunst.
De prijs is een initiatief van de Vordemberge-Gildewart Stichting, opgericht ter nagedachtenis van de Duits-Nederlandse De Stijl-kunstenaar en in het leven geroepen door diens weduwe Ilse Engelina Leda. Sinds 1983 wordt de prijs jaarlijks uitgereikt in telkens een ander Europees land. Nederland is twee keer eerder gastland geweest, in 1989 en in 2000, met Guido Geelen en Mark Manders als respectievelijke winnaars.
Vordemberge-Gildewart
De samenwerking met de Vordemberge-Gildewart Stichting past binnen de traditie van het GEM, onderdeel van Kunstmuseum Den Haag, om nieuw talent voor het voetlicht te brengen. Daarbij legt het museum nadrukkelijk een link met de eigen collectie, die onlangs is verrijkt met een werk van Friedrich Vordemberge-Gildewart. Deze nieuwe aanwinst, getiteld Konstruction No. 5, is in 1925 door Theo van Doesburg via ruil van Vordemberge-Gildewart verworven en later in privébezit terecht gekomen. Het werk vormt het middelpunt van een tentoonstelling in de Mondriaan & De Stijl-vleugel in Kunstmuseum Den Haag.
Museumdirecteur Benno Tempel: “Vordemberge-Gildewart was een grensoverschrijdend kunstenaar, zowel in zijn kunst als in de manier waarop hij in het leven stond. De prijs die in zijn naam is opgericht, onderstreept dit vrije gedachtegoed en beoogt jonge kunst in Europa te signaleren en te stimuleren. Ik ben ongelooflijk trots we deze prestigieuze award na twintig jaar afwezigheid weer in Nederland mogen uitreiken.”
Genomineerde kunstenaars
In de films, foto’s, installaties en performances van Salim Bayri (1992, Casablanca) duikt regelmatig een hoofd op zonder lichaam. Het cartooneske figuur is Bayri’s alter ego: Sad Ali, een samentrekking van sad en alien. Op speelse en onbevooroordeelde wijze scant hij zijn omgeving op de aanwezigheid van gewoonten, gebruiken en (on)geschreven regels waarnaar mensen zich gedragen. Vrolijk hink-stap-springend schakelt Bayri tussen de virtuele en analoge wereld, die voor hem allebei even concreet en betekenisvol zijn in de vorming van cultuur en identiteit.
Deborah Bowmann is het gezamenlijke project van kunstenaars Amaury Daurel (1990, Bordeaux) en Victor Delestre (1989, Bordeaux). In Brussel runnen zij een gelijknamige tentoonstellingsruimte die de indruk wekt van een kunstgalerie, maar als een conceptueel trompe-l'oeil bezoekers op het verkeerde been zet. Met sokkels, displays en sculpturale objecten creëren zij tijdelijke environments die lijken iets te promoten - al blijft het vaak onduidelijk wat precies: de kunstenaar, de galeriehouder of een product? Zo geven Daurel en Delestre gezamenlijk vorm aan een fictieve, artistieke identiteit die deel uitmaakt van de kunstwereld maar hier tegelijkertijd commentaar op geeft.
Bob Eikelboom (1991, Leeuwarden) speelt met de beperkingen van de schilderkunst en de verwachtingen van de kijker. Hij gaat uit van het basisprincipe van verf op een plat doek, maar voegt daar een sculpturale kwaliteit aan toe. Opvallend zijn de gemagnetiseerde collage-elementen die verplaatst kunnen worden zonder dat de hand van de kunstenaar hieraan te pas komt. In zijn recente installaties nodigt Eikelboom de toeschouwer uit om de compositie de baas te worden. Het roept vragen op over originaliteit en authenticiteit: als iedereen invloed kan hebben, wie is dan de kunstenaar?
In omgevingen waar gewerkt of gebouwd wordt, of die in verval zijn, ontdekt Ricardo van Eyk (1993, Utrecht) ‘onbedoelde architectuur’: buitenwanden die half zijn opengewerkt of juist nog niet helemaal zijn dichtgetimmerd, steeds weer overgekalkte muren, gestapelde bouwmaterialen. Ze maken zichtbaar deel uit van een eeuwige cyclus van bouwen, slijten en weer opbouwen. Van Eyk hanteert in zijn schilderijen eenzelfde techniek. Hij breekt, doorboort, versnijdt, bekrast, kerft en zet dan het materiaal weer in elkaar - en biedt daarmee een nieuwe kijk op ons hedendaagse landschap.
'Wat gebeurt er met alle dingen die niemand ziet?', vraagt Eva Giolo (1991, Brussel) zich af in haar eerdere film Gil (2016). Door haar camera te richten op alledaagse taferelen, scènes die lijken op voetnoten uit een persoonlijke familiegeschiedenis, wil zij het ongeziene een gezicht geven. Dit leidt tot intieme films waarin de grens tussen documentaire en fictie vervaagt. Altijd gaan de verhalen over liefde, verlies en de wonderbaarlijke grilligheid van het geheugen.
Ruimte, licht en tijd staan centraal in het werk van Nadia Guerroui (1988, Toulouse). De veranderende lichtinval gedurende de dag, het oxidatieproces van materialen of de weerkaatsing van daglicht door een prisma; in haar werk zoomt zij in op dit soort verschijnselen die we allemaal kennen, maar die ons bijna niet meer opvallen en nauwelijks zijn vast te leggen in woorden of een foto. Haar sculpturale installaties roepen verstilling en contemplatie op, en brengen zo de poëtische kwaliteiten van onze dagelijkse omgeving aan het licht.
Sharon Van Overmeiren (1985, Antwerpen) maakt naar eigen zeggen ‘fictieve sculpturen’. Hierbij put zij uit diverse bronnen: van cartoons tot pre-Colombiaanse motieven en van museale scenografieën tot Pokémon. Haar beelden, die door de gekozen beeldtaal en materialen doen denken aan archeologische vondsten, laat zij figureren in ruimtelijke installaties of optreden als protagonisten in videowerken. Door de vele verwijzingen in haar werk ontlokt Van Overmeiren een intuïtieve manier van kijken, waarbij ruimte overblijft voor uiteenlopende betekenissen en connotaties.
De openbare ruimte is het favoriete werkterrein van videokunstenaar Emma van der Put (1988, Den Bosch). Tijdens evenementen, zoals de kermis van Oostende, of op plekken die het midden houden tussen utopie en dystopie, zoals het Brusselse Wereldexpogebied, richt zij haar afstandelijk observerende cameraoog op alledaagse taferelen. Pas tijdens het montageproces zet Van der Put de ‘neutrale’ beelden op subtiele wijze naar haar hand. Dit leidt tot verstilde, soms bijna abstracte beeldsequenties die indirect de invloed van de media op ons kijkgedrag bevragen.
Dan Walwin (1986, Frome) maakt klinisch ogende installaties met in de hoofdrol raadselachtige video’s zonder lineaire structuur. In zijn nieuwe werk True place (2019) zoomt hij in op natuurkrachten, zoals trillende lucht en stromend water, die in vele variaties voorbijkomen. Opeenvolgende shots vormen een fragmentarische beeldenstroom waarin verschillende betekenislagen schuilgaan. Walwin laat zich hierbij niet leiden door toevalsprincipes maar zoekt in de montage en presentatie naar logische systemen en formules.
Voor Charlott Weise (1991, Görlitz) is schilderen als schrijven: een middel om haar binnenwereld van dromen, fantasieën en obsessies om te zetten naar de buitenwereld. Met olieverf schildert, krast en ‘schraapt’ zij abstracte, figuratieve vormen op doek. Daarbij refereert zij aan de kunstgeschiedenis, literatuur en theater en kiest zij veelal het vrouwelijk perspectief. Weise brengt het persoonlijke, innerlijke verhaal in kaart en laat dit samenvallen met vraagstukken die tekenend zijn voor onze tijdgeest.